|
Digitaal of Analoog?
(DSLR)
Voordelen van een Digitale Spiegel Reflex t.o.v. een analoge?
Het heeft natuurlijk een aantal voordelen...
- Na de aanschaf van de camera met materialen geen hoge kosten meer
per genomen foto; hoe meer foto's hoe goedkoper deze in verhouding worden;
geen filmpjes meer nodig. Wel rekening houden met kosten van opladen
accu's, accu's, geheugenkaartjes en snellere veroudering.
- Voorbeeld-foto; het is direct zichtbaar wat je hebt gefotografeerd
en kan de mislukte foto's direct wegdoen voor ontwikkelen of afdrukken
- Alleen af en toe nog een foto af laten drukken, rest is als dia te
bekijken (overigens is dat ook zo bij digitaliseren van filmpjes)
- Foto's zijn direct te zien op de computer na download en direct te
bewerken en op site te zetten
- Filmgevoeligheid (ASA) is per foto in te stellen en snel te wisselen.
Dus ook makkelijk te wisselen tussen daglicht en kunstlicht. Door de
hoge - per foto in te stellen - gevoeligheid heb je veel minder vaak
een flitser nodig, bij de nieuwere types (bijgewerkt 2012...) geeft
dit niet direct heel veel achteruitgang meer in kwaliteit.
- Nieuwere bodies bieden de mogelijkheid om op het scherm te kijken
en films te maken.
Nadelen van een DSLR t.o.v. SLR?
Een DSLR is een "Digital Single Lens Reflect-camera" en een
SLR is de 'ouderwetse' spiegelreflex met film.
- Aanschafprijs is nog een stuk hoger. Begin 2007: een DSLR kost nog
snel inclusief standaard objectief 800-900 Euro inclusief geheugenkaartje
en set batterijen, zelfs nog exclusief flitser. Ook tweedehands nog
erg prijzig, zeker omdat er dan vaak nieuwe accu's bij moeten komen.
- (Tweedehands) spiegelreflectcamera's met film kosten maar zo'n 25-50
Euro inclusief objectieven en alle andere benodigdheden, maar die kosten
per film wat meer.
- Het leuke afwachten op wat je gefotografeerd hebt is er niet meer
bij; je zult niet meer zo snel meemaken dat je na een jaar of langer
(bij meerdere camera's) een filmpje vol hebt en al die herinneringen
voorbij komen.
- Je hebt veel accessoires nodig zoals batterijen, memory-kaartjes,
oplaadbare batterijen, oplader; en die moet je ook vaak meenemen als
je op reis gaat. Accu's gaan maar een beperkte tijd mee; vaak zijn de
accu's al lang kapot voordat het toestel zelf versleten is. Accu's zijn
behoorlijk duur...
- Voor oudere toestellen zijn accessoires vaak moeilijker en duurder
te verkrijgen, ook passende geheugenkaartjes en accu's.
- Kost veel tijd. Een filmpje afleveren bij de fotograaf is zo gebeurt
en je foto's ophalen ook. Met digitaal moet je toch meer zelf doen zoals
het selecteren van de foto's op het kaartje, overzetten op je computer.
- Ingewikkelder.
- Grote en zware (dure) computer nodig als je ze op de computer wilt
zien en niet alleen maar wilt af laten drukken. Zeker ook voor nieuwere
toestellen met nieuwere soorten geheugenkaartjes moet je ook weer een
aanpassing op de computer hebben.
- Batterijen zijn snel leeg; met een camera met film doe je vaak jaren
voordat een setje batterijen leeg is, met digitaal duurt dit meestal
maar een paar dagen of misschien een paar weken. Vaak al na een paar
100 foto's helemaal leeg (DSLR's gebruiken veel minder stroom dan die
kleine toestelletjes). Bij flitsen en 'previews' gaat het natuurlijk
sneller.
- Kaartjes snel vol, zeker tijdens vakantie-reisjes. Met ASLR's (Analoge
SpiegelReflex) kan je gewoon wat filmpjes op reserve meenemen of onderweg
voor een paar Euro of Peseta's kopen.
- Zelfs met hetzelfde merk moet je vaak veel nieuwe materialen kopen
t.o.v. de 'ouderwetse' Analoge camera's. Bij Pentax is gelukkig elk
vroeger objectief bruikbaar en ook de flitsers van de laatste ongeveer
20 jaren, maar bij veel andere merken zijn zelfs de objectieven, tussenringen
etc. niet meer bruikbaar. De kans dat je accessoires tussen je verschillende
bodies van verschillende jaargangen 100% uitwisselbaar zijn is beperkt.
- Als oude objectieven bruikbaar zijn, is vaak een ander oppervlakte
beschikbaar zodat het lijkt alsof een brandpunt is opgeschoven. Zo heeft
een groothoek-objectief ineens het effect van een standaard-objectief
en een standaard-objectief ineens een klein-tele-effect. (bijv. 50mm
gedraagt zich als 75mm).
- Vaak gevoeliger voor stof en nauwkeurigheid dan met filmpjes.
- Geen automatische backup van de foto's in de vorm van negatieven.
Je moet zelf backups maken en dan is nog de vraag of een digitale backup
net als filmpjes 100-en jaren meegaan.
- Heel irritant voor medereizigers..... Toen we nog allemaal met filmpjes
fotografeerden maakte je een foto van wat je belangrijk vond en de meesten
hadden niet meer dan een paar filmpjes bij zich. Het lijkt nu wel of
iedereen fotografeert om te fotograferen en alles maar opgenomen wordt.
Heel irritant, zeker als je gewoon wilt genieten van een stad en heel
je reisgezelschap de ene na de andere foto zit te maken, zonder echt
rond te kijken of te genieten maar om maar te laten zien dat ze ergens
geweest zijn... 100 foto's per dag? De schermpjes geven nog licht ook
en vallen dus veel meer op.
- Kwaliteit nog altijd wat lager dan met film. Meestal is dat geen probleem
maar de resolutie van een 10MP is nog altijd lager dan de resulotie
van een filmpje van 100 of 200 ASA. Maar dat is dus voornamelijk als
je ver gaat uitvergroten. Op kleine formaten zie je nog geen vergroting
en voor et meeste gebruik is zelfs 2MP nog voldoende, laat staan de
6 of 10MP die momenteel leverbaar zijn voor het DSLR camera-type. Natuurlijk
is de kwaliteit van filmpjes ook de laatste 10 jaar nog verbeterd.
- Veel camera's beginnen pas bij 200 of misschien nog 100 ASA. Als je
met veel licht wilt fotograferen moet je daarom soms al kunstgrepen
uithalen om niet te veel scherptediepte te krijgen.
Dit nadeel is natuurlijk voor velen maar zeer zelden van toepassing:
vaak wil je juist meer lichtgevoeligheid hebben en een grotere scherptediepte.
- Een batterijlader nodig of adapter voor aan de camera, wisselende
accus of dure foto-batterijen die vrij snel leeg zijn.
- Nieuwe flitser; de oude flitsers zijn vaak niet meer bruikbaar omdat
hun triggerspanning te hoog is voor het elektronische circuit. Het ingebouwde
flitsertje is voor veel flitswerk volledig ontoereikend natuurlijk.
- Het foto's bewerken is een stuk minder leuk geworden: nog meer uren
achter de computer in plaats van heerlijk tot rust komen in de Doka
(donkere kamer) en filmpjes ontwikkelen, als ze droog zijn vergroten
op foto-papier, per foto wachten op het magische moment dat het beeld
verschijnt in de ontwikkelaar en met kunde en liefde foto voor foto
zo afdrukken en de juiste uitsnede maken.
- Weersgevoeligheid: de meeste analoge toestellen zijn geschikt voor
gebruik bij veel lagere temperaturen en hebben ook veel minder kans
op blijvende schade door vocht. Als bij een analoge camera water tot
aan de film komt, is de film misschien gedeeltelijk waardeloos geworden
(meestal zelfs maar een deel van het rolletje) en na drogen is de camera
meestal weer prima te gebruiken. Bij een digitaal toestel zal dit in
de meeste gevallen betekenen dat er dure reparaties gedaan moeten worden
die boven de prijs van een nieuw toestel komen.
- Temperatuur-gevoelig: Zeker de analoge toestellen met handmatig transport
hebben weinig last van koude en werken nog met temperaturen van -15
graden en lager zonder problemen. Met elektrisch filmtransport zijn
de batterijen wat sneller 'leeg' bij lagere temperaturen maar doen ze
het meestal weer snel met wat hogere temperaturen of even wat opwarmen.
De digitale toestellen die ik heb gebruikt kunnen allemaal slecht tegen
lage temperaturen. Al heel snel meldingen dat de accu's leeg zijn of
gewoonweg niets meer doen. Als je met een toestel loopt kan je hem nog
onder je jas steken in veel gevallen, voor mij op de rolstoel is dat
niet mogelijk dus hangt hij in een mandje vrij in de vrije lucht (in
fototas met doek wat beschermd maar toch in de omgevingstemperatuur
en in de wind). Ik ben ook wat banger voor condens bij digitale toestellen.
Bij hogere temperaturen en felle zonnestralen kan bij de digitale toestellen
het scherm onzichtbaar worden, bij analoog heb je wat risico op verkleuring
van foto's maar dat is alleen bij extreme temperaturen en te lang laten
liggen van het filmpje.
Eigenlijk genoeg redenen om op analoog door te blijven fotograveren voorlopig
tenzij je dat 'directe' van de digitale foto's nodig hebt: nu een foto
gemaakt is direct bruikbaar.
Dat is voor mij ook de hoofdreden om digitaal te gaan voor het werk:
foto's maken van kleine fiets-onderdelen, de juiste uitsnedes maken en
op het internet in de winkel (http://www.elfiets.nl) zetten.
Voor privé kan ik me eigenlijk niet genoeg voordelen voorstellen.
Als je al een digitale camera hebt is het natuurlijk praktisch die ook
af en toe privé te gebruiken, bijvoorbeeld omdat je anders een filmwissel
moet doen voor de filmgevoeligheid. En: natuurlijk ook om het toestel
wat beter te leren kennen.
Overigens is helaas de markt aardig aan het 'beven': filmpjes zijn steeds
moeilijker verkrijgbaar, en zeker de 'uitzonderingsfilmpjes' zoals tegenwoordig
een 100 ASA, 400 ASA en 800 ASA. De 200 ASA (200 ISO) wat tegenwoordig
standaard gebruikt wordt is overal nog goed verkrijgbaar en ook soms tegen
dumpprijzen maar ook niet meer in elke supermarkt zoals een paar jaar
geleden. Fotopapier, ontwikkelaar etc. is helemaal moeilijk te verkrijgen
in de standaard fotowinkel. Dit kan over een paar jaar wel eens een probleem
worden voor de film-fotograaf! Natuurlijk zullen de 200 ASA en ook APS-filmpjes
voorlopig wel gewoon verkrijgbaar blijven voor de mensen die nog geen
nieuwe en zware computer hebben... En gelukkig zijn er fabrikanten die
nog steeds verder produceren en zelfs de ontwikkeling van nieuwe films,
ontwikkelaars en fotopapier gaat gewoon door.
Voor mij in 2012, zijn de hoofdtoestellen de analoge spiegelreflexen:
kunnen tegen een stootje ook achter of voorop de rolstoel en ligfiets,
soms gaat bij goed weer en te verwachten mooie luchten of beelden een
digitale spiegelreflex mee.
Achterop of voorop de rolstoel wordt de camera regelmatig vochtig en koud
(je kan hem niet zo makkelijk vasthouden, je armen en handen nodig om
te rijden, als je loopt is dat natuurlijk makkelijker). Vaak een digitaal
klein toestelletje in de jaszak, soms een APS-toestel. Bij de kleinbeeld-spiegelreflexen
wissel ik kleurenfilmpjes af met zwartwit-filmpjes en ik ontwikkel de
meeste filmpjes zelf. Zwart-wit druk ik nog gewoon in de DOKA af op fotopapier,
kleur wordt meestal ingescand (meerdere opties per negatief) en evt. verder
op de computer verwerkt.
Oude Objectieven bij de nieuwe DSLR?
Het mooie van Pentax is dat zelfs de objectieven uit de 50 en 60er jaren
nog bruikbaar zijn op de nieuwe digitale spiegelreflex-toestellen. Deze
objectieven (dus ook die van een Pentor of Praktika) met schroefdraad
hebben wel wat beperkingen (die hadden ze op de film-toestellen ook al)
maar hoef je dus niet allemaal te vervangen door nieuwe. Je kan dus gewoon
je tussenringen en lichtsterke 50mm of 28mm objectieven blijven gebruiken
met goede kwaliteit.
De nieuwere K en zeker KA en KAF objectieven (nu genoemd FA van Pentax)
hebben daaroverheen nog voordelen.
- K-Bajonet: makkelijk te plaatsen, gekoppeld met body dus met geopend
objectief te kijken en scherp te stellen, ingesteld diafragma wordt
gebruikt tijdens het maken van de foto
- KA-Bajonet: ook een 'Automatisch diafragma' is bruikbaar: als je de
camera / lens op standje 'automatisch' gebruikt, wordt door de camera
een bruikbaar diafragma geselecteerd en de sluitertijd daar op afgesteld.
Bij een andere stand dan 'A' wordt gebruik gemaakt van het geselecteerde
diafragma en wordt alleen de sluitertijd erbij gezocht. Sluitertijd-voorkeuze
dus naar wens mogelijk.
- K-AF (oftwel K-FA): de nieuwere serie met AutoFocus waarbij de AutoFocus
in het toestel geregeld wordt (de eerste serie van Pentax was alleen
op bepaalde bodies bruikbaar, AutoFocus in het objectief!). Deze zijn
100% direct bruikbaar, net als bij de KA-serie; maar bieden nu ook de
mogelijkheid om niet met de hand maar op Autofocus te fotograferen.
Bij de andere objectieven moet je met de hand scherp blijven stellen
natuurlijk maar kan je wel een waarschuwing laten klinken als e.e.a.
niet scherp is volgens de Autofocus sensoren of zelfs het fotograferen
tegen laten houden (alleen fotograferen als in Focus)
Eigenlijk is dat precies gelijk aan de laatste film-toestellen van Pentax.
Het grote verschil: fotoformaat naar APS-C
HET grote verschil tussen de toestellen met film en de digitale toestellen
voor de objectief-keuze is wel het formaat van het 'negatief'. In de oude
toestellen werd gebruik gemaakt van 35mm kleinbeeld, in digitaal is een
APS-C opname-element gebruikt: een stuk kleiner.
Voordelen:
- Het beste deel van de lens wordt gebruikt (in het centrum), dus alleen
het meest scherpe deel, ook van oude lenzen.
- Shake-reductie is mogelijk (er zit nog ruimte naast de opname om te
gebruiken)
- Vignettering (donkere hoeken) worden vermeden: die vallen buiten het
opname-element.
- Goedkopere lenzen mogelijk met nog goede opname-kwaliteit (slechtere
delen vallen toch buiten het opname-gebied), met dezelfde vatting op
het toestel.
- Brandpunts-afstand lijkt verandert. Een klein tele-objectief wordt
nu een veel sterker tele-objectief. Bijvoorbeeld een 200mm wordt een
300 mm objectief, terwijl de lens gewoon even kort blijft!
- Het fotoformaat is APS, een formaat wat meer lijkt op onze ('huidige')
ogen.
Op zich een vreemd fenomeen; eerst was 6x6 en 6x9 cm het formaat oftewel
de verhouding wat toegepast werd (de verhoudingen die direct in het
toestel pasten), later was kleinbeeld het optimale formaat wat onze
manier van kijken weer gaf (anders zou het wel bijv. 36x36 mm zijn geweest,
mooi vierkant) en nu is dat dus APS-formaat wat de juiste verhouding
geeft.
- Nieuwe, digitale objectieven (voor APS-C formaat) zijn lichter van
gewicht dan 'full-frame' omdat ze maar een kleiner oppervlakte hoeven
te belichten.
Nadelen:
- De brandpunts-afstand lijkt verandert. Vroeger 28 moet nu maal 1,5
= 42 mm, een 50 mm wordt dus ook een kleine tele in plaats van een standaard-objectief.
Wil je toch nog een groothoek hebben, dan moet je bijvoorbeeld een 18mm
(vergelijkbaar met 28mm op vroegere body) mm lens gebruiken. Die worden
specifiek voor de digitale toepassingen gemaakt.
- De resolutie bestaat uit kleinere beeldpuntjes dichter bij elkaar.
Nauwkeurig scherpstellen is dus nog belangrijker en kleine afwijkingen
in het objectief zullen eerder tot 'onscherp' leiden dan bij een groter
opname-vlak.
- Theoretisch minder lichtsterk; je laat door het objectief binnengekomen
licht maar voor een kleiner deel op het opname-element komen.
Of toch nieuwe objectieven (lenzen) gebruiken?
Dit heeft ook z'n voordelen en nadelen.
Het grootste voordeel is wel dat het objectief optimaal is afgesteld
naar het digitale-formaat en ook daarop de 'brandpuntafstand' geschikt
gemaakt is. Zo is een 18mm digitaal objectief direct praktisch bruikbaar
voor groothoek. Er bestaan al 18-200mm objectieven voor dit bereik wat
waarschijnlijk nog lang niet haalbaar zou zijn voor het kleinbeeldbereik:
doordat andere eisen gesteld worden aan het objectief en de randen wegvallen
is het makkelijker om een dermate groot scherp en egaal verlicht deel
te creeren dat dit toepasbaar is.
Vanzelfsprekend heeft een dergelijke zoomlens nog veel 'afwijkingen'
en die zullen ook wel het sterkste zijn in de 'uitersten'. Maar zelfs
als vignettering optreedt zal dat meestal buiten het opgenomen vlak zijn.
Overigens heb ik in meerdere testen gezien dat de standaard 'Kit-lens'
(18-55) bij de Pentax K10D en K100D niet zo sterk is, een leuke beginnerslens
maar het is beter om nog even door te sparen voor een beter objectief.
Maar je kan ook niet zoveel verwachten van een objectief met een dergelijke
(meer-)prijs.
Nadelen:
- 'Waar is m'n diafragma-ring?' Is de vraag voor de bestaande fotograaf:
die is van het objectief weg en kan alleen bediend worden door de camera
met allerlei knopjes en menu's. Niet meer eenvoudig door aan de diafragma-ring
te draaien.
Een goede reden heb ik hiervoor niet kunnen vinden op internet (wie
kent hem?), maar het enige wat ik kan bedenken is dat de aangegeven
waarde bij een diafragma-ring bij de huidige zoomlenzen weinig meer
aan 'echte waarde' weergeeft.
Bijvoorbeeld: een zoomlens heeft een beginwaarde van 3,5 - 4,5 (lichtsterkte).
Dat betekent dus dat op stand '3,5' op de diafragma-ring (aperture-ring
in het Engels) in een diafragma resulteert van 3,5 tot 4,5 - afhankelijk
van hoe ver je inzoomt. Met het kiezen in de camera-body kies je met
de moderne lenzen (digitaal gekoppeld) voor een 'echt diafragma' van
bijvoorbeeld 4,5 wat dan bij de belichting ook echt 4,5 is.
- Powerzoom wordt niet meer ondersteund. Was een handige optie: je kon
met een kleine beweging aan het objectief ervoor zorgen dat je elektrisch
zoomde. Wordt al een paar jaar niet meer toegepast overigens.
- Deze objectieven zijn niet 'backward-compatible'. Dit sinds de eerste
keer in Pentax's bestaan!
Tot nu toe was het zo dat een (KAF)objectief uit bijvoorbeeld 1998 nog
prima functioneerde op een Pentax (K-)Body van 1980
Nu is dat duidelijk niet meer het geval. Niet alleen omdat de diafragma-ring
ontbreekt waardoor niet alle instellingen mogelijk zijn (diafragma-voorkeuze
niet, op bijvoorbeeld de ME en de MG helemaal niet meer toepasbaar),
maar zeker ook vanwege het nieuwe beeldformaat.
Een digitale lens op een analoge body zal in de 'Auto-stand' dus nog
wel fotograferen maar zal vrijwel zeker tot enorme vignettering en hoek-onscherpte
leiden.
Het gebruik van de 18 mm als 'visoog-zoom-lens' op een analoge body
zal niet voor het gewenste resultaat zorgen.
Analoog in DPI? Dat is een moeilijke vergelijking.
Natuurlijk is het mogelijk, en afhankelijk van de film zal het aantal
megapixels ergens tussen 2000 en 30000 zitten bij kleinbeeldfilms. Onder
andere de manier van ontwikkelen en belichten zal het aantal pixels veranderen
en bij analoog is er niet echt sprake van 'pixels' maar zijn het meer
'vlekjes' die groter en kleiner worden en dus meer overlappen dan echt
lijnscherp naast elkaar staan zoals bij digitaal werk.
Ga je negatieven scannen? Dan is de scanner en de optiek in de scanner
een bottlenek. Alleen met echt professionele negatief-scanners wordt de
hoogste resolutie gehaald, en dan nog is het een 'vertaling' van het beeld.
Software gaat ook nog aan de slag (in de scanner en/of op de pc) om het
beeld te 'verbeteren', de dikte van de film en de plaatsing op de plaat
heeft een effect, een beetje kromming van de film zorgt al voor flinke
afwijkingen en vervormingen.
Een ander effect is het ontstaan van een 'korrel' die veel grover is
dan bij een normale analoge afdruk. Ik denk dat dat komt doordat meerdere
scan-beeldpunten geraakt worden door de 'korrel' van het negatief en inplaats
van een vloeiend verloop zoals bij een negatief een scherp verloop van
kleuren en lichtintensiteit optreedt.
Vaak krijg je betere scans van foto's (plat op de plaat) dan van negatieven
maar een digitaal negatief is natuurlijk ook praktisch te gebruiken. Afdrukken
doe je het beste gewoon vanaf negatief: de hoogste originele kwaliteit.
Voor wat betreft de vergelijking tussen digitaal fotograferen en analoog
fotograferen, verwijs ik graag naar (Engelstalig)
http://www.kenrockwell.com/tech/filmdig.htm : heel duidelijke uitleg
met verschillen.
{Terug
naar Begin}
let op: deze homepage wordt niet meer actief bijgewerkt. Ga naar
elvinshoot
|
Navigatie door mijn privé-pagina:
Andere sites:
11.05.2022
|